Goltsmede werk (1)

Thursday, December 22, 2011

Volgens de 18e eeuwse stadssecretaris van Deventer, de heer Dumbar, was er in oude documenten bewijs te vinden voor een goudsmedengilde in Deventer in de 14e eeuw. Helaas zijn de gildestatuten daarvan niet bewaard gebleven. Wel hebben we die van Utrecht uit ca. 1382. Een deel daarvan is gewijd aan kwaliteitscontrole. Bijvoorbeeld: ... wat werc ghevonden worde ghevullet mit lode, mit yser of mit anders enyghen zaken, dat men proeven mochte dat valsch waer ... Item en zel men ghene valsche stene zetten in goude ...

The 18th c. Deventer magistrate secretary, mr Dumbar, found proof in old documents of the existence of a goldsmiths guild in Deventer in the 14th century. Sadly its statutes had already been lost. Luckily we still have those for the goldsmiths of Utrecht, from c. 1382. Part of them aim to control the quality of the work produced there. For instance pieces filled with lead or iron (instead of precious metal) were deemed to be false. Also putting false stones into gold was forbidden.

Een bekende Utrechtse goudsmid uit die tijd is Elias Scherpswert die o.a. in 1362 voor de heer van Gouda en Schoonhoven, Jan van Blois, een mooie riem maakte: Elyaes Scarpzwaert den goutsmit tUtrecht ... Item minen joncher ghemaect bi Elyas voirscreven voir Paeschen enen riem dat zulveren lewinnen op stonden mit sproken ...
In hetzelfde jaar maakte hij een reliekhouder van de Heilige Frederik voor in de Sint Salvatorkerk te Utrecht. Dit wordt heden ten dage in het Rijksmuseum bewaard en getuigd van groot vakmanschap.

A well known goldsmith from Utrecht from that period was Elias Scherpswert. For example in 1362 he made a belt for the lord of Gouda and Schoonhoven, Jan van Blois, to wear with Easter which was decorated with silver lionesses and verbs. And in the same year he produced the stunning reliquary bust of St. Frederik for the St. Salvatorchurch in Utrecht. This piece is nowadays kept in the National 'Rijksmuseum' in Amsterdam.




En in 1376 schonk de Utrechtse burger / kanunik Johannes Utenleen deze vergulde kop met deksel aan dezelfde kerk, nu ook in het Rijksmuseum.

And in 1376 the Utrecht burgher / canon Johannes Utenleen bestowed this gilded cup to the same church, also now in the collection of the Rijksmuseum.



Dat dergelijke kunstwerken ook in Deventer zijn vervaardigd bewijst de volgende post in de stadsrekening van 1386: Des Dinxd. na den Sonnend. Cantate vor ene verghulde fonteyne enen verghulden cruytnap mit eenre decsel ende enen verghulden drinckekroes mit eenre deczel die onse stad den hertoghe van Ghelre schenkede do hi uyt Pruysen ghecomen was 167 gulden die maken 400 lb. 16 s.

An entry in the municipal account of Deventer of 1386 shows that such pieces were also produced in Deventer. It mentions the acquiring of a gilded fountain, a gilded spicecup with lid and a gilded drinkmug with lid, to present to the duke of Guelders because of his return from a baltic crusade. The three pieces cost the staggering sum of 400 lb. 16 s.


Deze stukken zijn niet bewaard gebleven. Maar wat we ons bij de vergulde (tafel)fontein moeten voorstellen zal misschien niet zo ver weg liggen van dit, waarschijnlijk Franse, exemplaar van 1320-40, nu in het Cleveland Museum of Art. Wijn, op het bovenste verdiep opgeschonken, liep omlaag via waterspuwerhoofdjes, over tandraderen die belletjes deden rinkelen, om na het laatste terras opgevangen te worden in een onder een tuit gehouden drinkschaaltje of anders in een bekken waar de tafelfontein in was gezet.

Sadly these pieces from Deventer are no longer extant. But we can imagine what the (table)fountain may have looked like if we behold this, probably French, example of 1320-40, now kept in the Cleveland Museum of Art. Wine, poured onto the top level, left that level via gargoyles, its fall setting in motion wheels with bells, and after the last terrace and gargoyle it was either collected in a individual drinking bowl or in the basin the tablefountain was placed in.




Het enige werkstuk dat mij bekend is dat waarschijnlijk aan Deventer goudsmeden kan worden toegeschreven is de St. Lebuinuskelk, tegenwoordig eigendom van de Deventer Broederenkerk en in bruikleen bij het Catharijneconvent te Utrecht. In een inventaris van de St. Lebuinuskerk van Deventer uit 1566 wordt hij vermeld als: Sanct Lebuyns nap myt enen sylveren voet
Deze vroegmiddeleeuwse ivoren nap werd in de 14e eeuw voorzien van zilverwerk.

The only goldsmiths work from the 14th c. that is still extant and can be attributed to Deventer craftsmen is the St. Lebuinus chalice, now property of the Deventer Broederenchurch and on loan to the Catharijneconvent museum in Utrecht. It was already mentioned in an inventory of the Deventer St. Lebuinuschurch of 1566 and is a early medieval ivory chalice with 14th c. silver work added to it.




Mogelijk afkomstig uit Deventer is het zilverbeslag van het korte zwaard / lange dolk die gevonden werd bij de site van kasteel Voorst te Zwolle. Dit kasteel werd in 1361 belegerd en geslecht. Het zwaard zal kort voor de demping in de gracht gevallen zijn. De belegering werd voltrokken door de bisschop van Utrecht met hulp van de stadsmilities van Kampen, Zwolle en Deventer. Zeer wel kan dit wapen, ook wel qua type 'bazelaar' genaamd, daar verloren zijn door een Deventer patriciër. Hetgeen de reden is waarom ik bezig ben een replica van dit stuk te bestellen.

Possibly made in Deventer is the silverwork on the short sword/long dagger which was excavated from the moat of castle Voorst near Zwolle. This castle was besieged and demolished in 1361. The sword probably fell into the moat just before it was filled in then. The siege was conducted by the bisshop of Utrecht and the town militias of Kampen, Zwolle and Deventer. So it is quite possible that this weapon, typed a baselard, was lost there by a Deventer patrician. Which is why I am busy ordering a replica.



Overeenkomsten in constructie- en decoratietechnieken kunnen gevonden worden in een drietal met edelmetaal versierde hoorns uit die tijd. Namelijk 1. de drinkhoorn van het het Kampense schippersgilde van 1369, nu in het Stedelijk Museum van Kampen. 2. De drinkhoorn van het schippersgilde van Staveren van 1397, nu in het Fries Museum. De tweede zilveren band die om de hoorn zat is helaas ergens in de afgelopen eeuw verdwenen. En 3. een 14e eeuwse jachthoorn, mogelijk Vlaams, die nu als reliekhouder dienst doet in de schatkamer van de St. Servaas basiliek in Maastricht.

Similarities in construction and decoration techniques can be seen on some three horns, adorned with precious metal, from the same timeframe. They are 1. the drinking horn of the Kampen shipping guild of 1369, now in the Stedelijk Museum in Kampen. 2. The drinking horn of the Staveren shipping guild of 1397, now in the Fries Museum in Leeuwarden. Too bad the second silver band dissapeared somewhere in the last century. And 3. a 14th c. hunting horn, possibly Flemish, now serving as a reliquary in the treasury of the St. Servatius basilica in Maastricht.








In een volgende post wil ik graag ingaan op meer alledaags goudsmeedwerk.

In my next post I want to go into detail on everyday goldsmiths work.

You Might Also Like

1 reacties | replies

Subscribe