Tussen 21 en 24 mei waren wij, de Burgers van Deventer, op veldtocht tegen de Visconti van Milaan. We vertrokken vrijdagochtend vroeg uit Nederland. Ons contingent bestond uit Bertus, Nijso, Roberto, Wilg en Bryndis, en ondergetekende. De tocht voerde ons door het gehele Roomse Rijk, en verliep redelijk voorspoedig, op ca twee uur file in Zwitserland voorbij de St Gotthart. Na een lekker oily pizza arriveerden we rond half 11 's avonds bij de abdij van Santa Maria de Morimundo. Omdat het al laat was, en de tent nog nieuw (we kregen hem de maandag ervoor), besloten we de eerste nacht in het slaapzaaltje te overnachten. Na aankomst dronken we nog wat bier in de abdij en luisterden naar de enthousiast zingende Engelsen van Ye Companye of Chivalrye.
Between 21 and 24 May, us Deventer Burghers went on a campaign against the Visconti of Milan. We left friday morning, and crossed through the whole Holy Roman Empire, with only 2 hours of trafficjam below St Gottharts to delay us. After an oily pizza we arrived at 10.30 PM, and decided to set up camp the next morning because our tent was brand new, and we slept in the little dormitory. We drank a little beer and listened to the happy singing of Ye Companye of Chivalrye.
De volgende ochtend zetten we de tent op terwijl Wilg en Bryndis boodschappen deden in Abbiategrasso. De tent is erg mooi, en we zijn er erg blij mee! We hebben verder een kraampje met mooie spulletjes leeggeplunderd en waar we een fraai eikenhouten vaatje van tien liter kochten. Om al deze dingen te bekostigen, moesten we, in ons 14e eeuwse ondergoed, naar de pin in Abbiategrasso, tot groot vermaak van de inwoners. Iemand vond het nodig ons met een waterballon te bekogelen, maar miste. We aten ook nog een lekker ijsje. Ik probeerde te bestellen in zo redelijk mogelijk Italiaans, wat best ging als je je beperkte tot de woorden die op de borden stonden en die logisch aaneen plakte.
The next morning we put up our new tent, which looks really great, and deprived one of the merchants of some of his fine wares among others a nice keg of oakwood, 10 litres. To pay for this we went to pick up some money at Abbiategrasso, where we were drawing strange gazes, nearly got hit by a waterballoon and ate some icrecream, ordering in our best attempt to Italian.
Het eten was erg lekker; we hadden geen rekening gehouden met wat we zouden krijgen, en dat bleek best veel (we moesten een grote zij varkensvlees afslaan), maar we hadden zelf ook meer dan genoeg. Het menu voor zaterdag was het volgende:
-geroosterde gevulde kip
-varkensfilet met honingmosterdsaus
-rucola en veldsla met peer in geitenkaas
-vijgenpeper
En op zondag aten we:
-varkensstoofpot
-tarly met room
Met veel dank aan Bryndis, die het meeste kookwerk heeft gedaan, en het voortreffelijk heeft bereid! Helaas was de vijgentaart mislukt, maar we hadden zeker genoeg te eten.
At saturday our dinner consisted of filled chicken from the fire, porc with honey-mustardsauce, rucola and pear in goat's cheese and a dessert of figs in spicy-sweet sauce. On sunday we had porc-stew and frumenty with cream. With special thanks to our cook Bryndis, who did a great job!
De veldslag op zaterdag was om half 10 's avonds, en het werd gauw donker. Deze veldslag ging wat chaotisch omdat er eerst vrij heftig gevochten werd (de adrenaline gierde door mijn lijf, ook omdat ik al twee jaar geen grote veldslag meer had gedaan - Ystad vorig jaar was vrij klein) en eindigde wat vreemd toen we ineens afmarcheerden, omdat de grond wat drassig was. Op zondag was de slag rond 6 uur 's avonds, en dit ging lekker, afgezien van de zon in ons gezicht, en we wonnen ook nog. Mijn pavese werd een keer uit mijn hand gegrist door een glavi, en we werden wat verspreid tussen de Engelsen. Het was fijn om weer eens lekker te knokken, maar we moeten toch echt allemaal eens aan de geklonken maliën en betere uitrusting, want we lopen helaas nog steeds in de oncoole butted maliën en dat is misschien in Nederland nog standaard, maar de authenticiteit in Europa stijgt en dat is mooi. Daar willen we natuurlijk wel bijhoren.
The battle on saturday was at 9.30 PM and soon it became dark. We had to adapt a bit, my last great battle was two years ago (apart from the relatively small fight last year at Ystad, Sweden) and the fighting was rugged. We marched off the field suddenly when the leaders decided the ground was too soggy. The sunday-battle was at 6 PM, and although we had the sun on our face, we won. We do long for more authentic armour, starting with riveted maille hauberks and aventails, because the butted rings may be acceptable still in Holland, many European groups turn more and more authentic, and we want to belong to that rising vessel as well.
Op zondag luierden we wat. Roberto voelde zich niet helemaal goed, en sliep wat in de tent (we waren om 7 uur door de dixie-reiniger gewekt, en daarna door vliegen en wespen) en Bertus, Nijso en ik deden mee aan de optocht van de kloosterkerk naar het veld, waar de vaandels gezegend werden. Frappant vond ik dat in de kerk het koor geen hymne of psalm zong, maar Beethoven's Ode an die Freude. Wel een mooi stuk, en ik prefereer de betekenis van die tekst boven elke psalm, maar het was vreemd om het daar te horen. We hielden ook een minuut stilte voor de doden van de veldslag en alle oorlogen, want het overkoepelende thema scheen vrijheid van angst te zijn. Nogal modern.
On sunday we loitered. Roberto felt a little sick (and we were awoken by the mobile toilet-cleaner at 7 AM). Bertus, Nijso and I joined the march from the church (where the choir surprisingly sang Beethoven's Ode to joy instead of a psalm) and held a minute of silence at the blessing of the banners, devoted to warvictims and freedom from fear. Fairly modern really.
Na de slag braken we de tent af en dronken we onze bieren en mede op, om nog wat slaap te vatten. Blijkbaar was ik een van de weinigen wie dat lukte, want door ronddwarrelend stro-gruis was mijn neus verstopt en pruttelde ik wat. Toen ik eindelijk ophield, was dat omdat ik wakker werd van een snurkende kerel die mij sterk overtrof in lawaai. Een uur later moesten we op en vertrokken om 4.13 van het terrein. Vlak erna begon de eerste schemer en bij zonsopgang reden we al in Zwitserland. De reis ging voorspoedig, en we stopten even in Neckarsteinach bij Heidelberg om een tweetal 14e eeuwse grafmonumenten van de lokale adel te fotograferen. De stenen waren erg mooi gerestaureerd en in kleur. Om half zes 's avonds arriveerden we in Arnhem, en iedereen was voor het donker thuis.
After the battle we brought down our tent and after a beer or two (or three, or four) we went to bed for a little sleep. This was made difficult by my nosecold and a man snoring loudly. At 4.13 we left and soon saw the sun rise. By then we were in Switzerland. We stopped on the way home to see some nicely restored 14th c. effigies in Neckarsteinach near Heidelberg. We were home before dark.
Laurens
Between 21 and 24 May, us Deventer Burghers went on a campaign against the Visconti of Milan. We left friday morning, and crossed through the whole Holy Roman Empire, with only 2 hours of trafficjam below St Gottharts to delay us. After an oily pizza we arrived at 10.30 PM, and decided to set up camp the next morning because our tent was brand new, and we slept in the little dormitory. We drank a little beer and listened to the happy singing of Ye Companye of Chivalrye.
De volgende ochtend zetten we de tent op terwijl Wilg en Bryndis boodschappen deden in Abbiategrasso. De tent is erg mooi, en we zijn er erg blij mee! We hebben verder een kraampje met mooie spulletjes leeggeplunderd en waar we een fraai eikenhouten vaatje van tien liter kochten. Om al deze dingen te bekostigen, moesten we, in ons 14e eeuwse ondergoed, naar de pin in Abbiategrasso, tot groot vermaak van de inwoners. Iemand vond het nodig ons met een waterballon te bekogelen, maar miste. We aten ook nog een lekker ijsje. Ik probeerde te bestellen in zo redelijk mogelijk Italiaans, wat best ging als je je beperkte tot de woorden die op de borden stonden en die logisch aaneen plakte.
The next morning we put up our new tent, which looks really great, and deprived one of the merchants of some of his fine wares among others a nice keg of oakwood, 10 litres. To pay for this we went to pick up some money at Abbiategrasso, where we were drawing strange gazes, nearly got hit by a waterballoon and ate some icrecream, ordering in our best attempt to Italian.
Het eten was erg lekker; we hadden geen rekening gehouden met wat we zouden krijgen, en dat bleek best veel (we moesten een grote zij varkensvlees afslaan), maar we hadden zelf ook meer dan genoeg. Het menu voor zaterdag was het volgende:
-geroosterde gevulde kip
-varkensfilet met honingmosterdsaus
-rucola en veldsla met peer in geitenkaas
-vijgenpeper
En op zondag aten we:
-varkensstoofpot
-tarly met room
Met veel dank aan Bryndis, die het meeste kookwerk heeft gedaan, en het voortreffelijk heeft bereid! Helaas was de vijgentaart mislukt, maar we hadden zeker genoeg te eten.
At saturday our dinner consisted of filled chicken from the fire, porc with honey-mustardsauce, rucola and pear in goat's cheese and a dessert of figs in spicy-sweet sauce. On sunday we had porc-stew and frumenty with cream. With special thanks to our cook Bryndis, who did a great job!
De veldslag op zaterdag was om half 10 's avonds, en het werd gauw donker. Deze veldslag ging wat chaotisch omdat er eerst vrij heftig gevochten werd (de adrenaline gierde door mijn lijf, ook omdat ik al twee jaar geen grote veldslag meer had gedaan - Ystad vorig jaar was vrij klein) en eindigde wat vreemd toen we ineens afmarcheerden, omdat de grond wat drassig was. Op zondag was de slag rond 6 uur 's avonds, en dit ging lekker, afgezien van de zon in ons gezicht, en we wonnen ook nog. Mijn pavese werd een keer uit mijn hand gegrist door een glavi, en we werden wat verspreid tussen de Engelsen. Het was fijn om weer eens lekker te knokken, maar we moeten toch echt allemaal eens aan de geklonken maliën en betere uitrusting, want we lopen helaas nog steeds in de oncoole butted maliën en dat is misschien in Nederland nog standaard, maar de authenticiteit in Europa stijgt en dat is mooi. Daar willen we natuurlijk wel bijhoren.
The battle on saturday was at 9.30 PM and soon it became dark. We had to adapt a bit, my last great battle was two years ago (apart from the relatively small fight last year at Ystad, Sweden) and the fighting was rugged. We marched off the field suddenly when the leaders decided the ground was too soggy. The sunday-battle was at 6 PM, and although we had the sun on our face, we won. We do long for more authentic armour, starting with riveted maille hauberks and aventails, because the butted rings may be acceptable still in Holland, many European groups turn more and more authentic, and we want to belong to that rising vessel as well.
Op zondag luierden we wat. Roberto voelde zich niet helemaal goed, en sliep wat in de tent (we waren om 7 uur door de dixie-reiniger gewekt, en daarna door vliegen en wespen) en Bertus, Nijso en ik deden mee aan de optocht van de kloosterkerk naar het veld, waar de vaandels gezegend werden. Frappant vond ik dat in de kerk het koor geen hymne of psalm zong, maar Beethoven's Ode an die Freude. Wel een mooi stuk, en ik prefereer de betekenis van die tekst boven elke psalm, maar het was vreemd om het daar te horen. We hielden ook een minuut stilte voor de doden van de veldslag en alle oorlogen, want het overkoepelende thema scheen vrijheid van angst te zijn. Nogal modern.
On sunday we loitered. Roberto felt a little sick (and we were awoken by the mobile toilet-cleaner at 7 AM). Bertus, Nijso and I joined the march from the church (where the choir surprisingly sang Beethoven's Ode to joy instead of a psalm) and held a minute of silence at the blessing of the banners, devoted to warvictims and freedom from fear. Fairly modern really.
Na de slag braken we de tent af en dronken we onze bieren en mede op, om nog wat slaap te vatten. Blijkbaar was ik een van de weinigen wie dat lukte, want door ronddwarrelend stro-gruis was mijn neus verstopt en pruttelde ik wat. Toen ik eindelijk ophield, was dat omdat ik wakker werd van een snurkende kerel die mij sterk overtrof in lawaai. Een uur later moesten we op en vertrokken om 4.13 van het terrein. Vlak erna begon de eerste schemer en bij zonsopgang reden we al in Zwitserland. De reis ging voorspoedig, en we stopten even in Neckarsteinach bij Heidelberg om een tweetal 14e eeuwse grafmonumenten van de lokale adel te fotograferen. De stenen waren erg mooi gerestaureerd en in kleur. Om half zes 's avonds arriveerden we in Arnhem, en iedereen was voor het donker thuis.
After the battle we brought down our tent and after a beer or two (or three, or four) we went to bed for a little sleep. This was made difficult by my nosecold and a man snoring loudly. At 4.13 we left and soon saw the sun rise. By then we were in Switzerland. We stopped on the way home to see some nicely restored 14th c. effigies in Neckarsteinach near Heidelberg. We were home before dark.
Laurens