Roberto en ik zijn een weekje naar Normandië geweest, om daar onder andere coole middeleeuwse meuk te bekijken, waaronder de kathedraal van Notre Dame in Bayeux en het daar eveneens gestalde beroemde Tapijt over de geschiedenis voorafgaand aan de slag bij Hastings (1066) en de daaropvolgende Normandische bezetting van Engeland, met een interessante expositie vol afzichtelijk onauthentiek geklede poppen, leuke info over de geschiedenis van het wandkleed, redelijke replica's van op het kleed voorkomende gebruiksvoorwerpen en coole maquettes van onder andere Winchester Cathedral in aanbouw, een Anglo-Normandisch dorp rond 1100, een haven en de Londense Tower in de 11e en 12e eeuw. Verder zijn we op bezoek geweest in een leuk kasteeltje in Creully, een 12e eeuwse priorij bij St-Gabriel met 14e eeuwse kerk (waarvan alleen het koor nog stond), het kasteel te Falaise, de gigantisch coole gothische abdij van Mont-Saint-Michel (met omliggend drijfzand), en op de heen- en terugweg deden we Rouen aan met veel gothische gebouwen (zelfs nog houten huizen van - ik vermoed - ca 1400), en de kerk in Eu, waar 14e eeuwse edelen begraven lagen in de crypte, en het slagveld bij Crécy.
Na deze enerverende reis, waar we honderden foto's hebben gemaakt (Roberto zelfs ca 2000), sloten we onze korte vakantie af met het traditionele veldslagevenement Azincourt. Margje en Martin Wessels waren er al toen we aankwamen, en we konden gratis bier tappen. Femke, Lea, Trude en Lisette kwamen laat op de avond nog aan en we hielpen hen om in het donker hun tenten op te zetten. Daarna mengde ik me, later vergezeld van Roberto, onder de luitjes van de Oxfords, die samen met Chris Skinner (sir Thomas Erpyngham) glazen drank rond lieten gaan, onder de vraag 'Do you know the bisshop of Winchester?' - wat een hint was het glas eens door te geven. We raakten in een interessante discussie tussen Chris en stephan van Trivium over waarom "Inglourious Basterds" niet leuk is als je hem nagesynchroniseerd in het Duits bekijkt. Het werd nogal mistig die nacht.
Op zaterdag was het erg warm, en we hielpen met het maken van vuur, het braden van worstjes en het voorbereiden van de stoofpot. Chris wilde iedereen bedanken dat we er weer waren, omdat het dit jaar het tiende jubileum was van het evenement. Over vijf jaar is het vast nog leuker, als het ook nog eens 600 jaar geleden is dat de slag plaatsvond. De slag werd uitgesteld tot 17.00 uur door de hitte, en verliep wat rommelig, was langdradig en ik had niet het gevoel veel te kunnen doen. Ik vergezelde Martin aan de Franse kant, waar hij al jaren vecht, omdat de hertog van Brabant de Fransen steunde. 's Avonds was er een heidense huwelijksceremonie voorgezeten door Stacey Skinner (waarom Azincourt daarvoor de uitgelezen plek was weet ik ook niet) gevolgd door meer gratis bier, door onszelf ipv de dorpelingen gemaakte worstenbroodjes, en natuurlijk bandyball, waarbij de LHO-dames in het team 'The lazy witches' zich vooral door de daarvoor aangestelde knechten (te weten, Roberto en ikzelf) van drankjes en hapjes lieten bedienen en min of meer bedoeld verloren.
De zondag was voor iedereen een duf dagje, zo leek het. Het weer was wat grauwer en koeler, en de kinderen Wessels verveeld en ondeugend. We bakten pannekoeken, gingen bolletjes draad shoppen bij the Mulberry Dyer, en ploegden door de stortvloed aan publiek. De slag wederom om 17.00 uur, verliep nu beter. Frederiek de Smeyter (Fredje) was onze aanvoerder. Ik wist Bert van de Ven een paar stevige zwaardhouwen te verkopen voor ik neerging, en Alex van Hoogstraten, in de veronderstelling dat ik aan zijn kant vocht, probeerde mij op mijn voeten te krijgen, maar ontving mijn Fransche wraak in zijn buik. Na de slag genoten we van de pannekoeken, ruimden op en zwaaiden de vier dames uit. Roberto en ik bleven nog een nacht met de Wesseltjes, daarbij genietend van onze perencider. Roberto was eigenlijk nogal moe en verlangde naar zijn eigen bed, maar ik verzekerde hem dat we beter konden blijven en morgen fris naar huis konden gaan, in plaats van ergens diep in de nacht thuiskomen.
Achteraf bleek de volgende dag dat we veel sneller waren dan ik dacht.
English translation and photo's are soon to be added.
Na deze enerverende reis, waar we honderden foto's hebben gemaakt (Roberto zelfs ca 2000), sloten we onze korte vakantie af met het traditionele veldslagevenement Azincourt. Margje en Martin Wessels waren er al toen we aankwamen, en we konden gratis bier tappen. Femke, Lea, Trude en Lisette kwamen laat op de avond nog aan en we hielpen hen om in het donker hun tenten op te zetten. Daarna mengde ik me, later vergezeld van Roberto, onder de luitjes van de Oxfords, die samen met Chris Skinner (sir Thomas Erpyngham) glazen drank rond lieten gaan, onder de vraag 'Do you know the bisshop of Winchester?' - wat een hint was het glas eens door te geven. We raakten in een interessante discussie tussen Chris en stephan van Trivium over waarom "Inglourious Basterds" niet leuk is als je hem nagesynchroniseerd in het Duits bekijkt. Het werd nogal mistig die nacht.
Op zaterdag was het erg warm, en we hielpen met het maken van vuur, het braden van worstjes en het voorbereiden van de stoofpot. Chris wilde iedereen bedanken dat we er weer waren, omdat het dit jaar het tiende jubileum was van het evenement. Over vijf jaar is het vast nog leuker, als het ook nog eens 600 jaar geleden is dat de slag plaatsvond. De slag werd uitgesteld tot 17.00 uur door de hitte, en verliep wat rommelig, was langdradig en ik had niet het gevoel veel te kunnen doen. Ik vergezelde Martin aan de Franse kant, waar hij al jaren vecht, omdat de hertog van Brabant de Fransen steunde. 's Avonds was er een heidense huwelijksceremonie voorgezeten door Stacey Skinner (waarom Azincourt daarvoor de uitgelezen plek was weet ik ook niet) gevolgd door meer gratis bier, door onszelf ipv de dorpelingen gemaakte worstenbroodjes, en natuurlijk bandyball, waarbij de LHO-dames in het team 'The lazy witches' zich vooral door de daarvoor aangestelde knechten (te weten, Roberto en ikzelf) van drankjes en hapjes lieten bedienen en min of meer bedoeld verloren.
De zondag was voor iedereen een duf dagje, zo leek het. Het weer was wat grauwer en koeler, en de kinderen Wessels verveeld en ondeugend. We bakten pannekoeken, gingen bolletjes draad shoppen bij the Mulberry Dyer, en ploegden door de stortvloed aan publiek. De slag wederom om 17.00 uur, verliep nu beter. Frederiek de Smeyter (Fredje) was onze aanvoerder. Ik wist Bert van de Ven een paar stevige zwaardhouwen te verkopen voor ik neerging, en Alex van Hoogstraten, in de veronderstelling dat ik aan zijn kant vocht, probeerde mij op mijn voeten te krijgen, maar ontving mijn Fransche wraak in zijn buik. Na de slag genoten we van de pannekoeken, ruimden op en zwaaiden de vier dames uit. Roberto en ik bleven nog een nacht met de Wesseltjes, daarbij genietend van onze perencider. Roberto was eigenlijk nogal moe en verlangde naar zijn eigen bed, maar ik verzekerde hem dat we beter konden blijven en morgen fris naar huis konden gaan, in plaats van ergens diep in de nacht thuiskomen.
Achteraf bleek de volgende dag dat we veel sneller waren dan ik dacht.
English translation and photo's are soon to be added.